28-09-2018

Energiecoöperaties starten vaak vanuit een specifiek project, waarbij in de beginfase intensief pionierswerk vereist is. Wanneer een project succesvol draait, gebruiken velen hun vergaarde ervaring, netwerk en middelen voor nieuwe initiatieven. Dit roept de vraag op hoe deze nieuwe projecten te integreren in de bestaande coöperatiestructuur of hoe rekening te houden met toekomstige initiatieven bij de oprichting van de coöperatie.

Verschillende Scenarios

Er zijn drie hoofdscenario’s te identificeren:

1. Coöperatie met Soortgelijke Nieuwe Activiteiten (A+A=2A)

Hierbij breidt de coöperatie uit met vergelijkbare projecten, zoals een extra postcoderoosproject.

2. Coöperatie met Activiteiten in Een Nieuwe Branche (A → AB)

Dit betreft de toevoeging van totaal nieuwe initiatieven met verschillende risico’s of inhoud. Voorbeelden hiervan zijn SDE-windenergieprojecten of het verduurzamen van woonwijken.

3. Samenwerkingsinitiatieven tussen Lokale Energiecoöperaties

Hierbij slaan meerdere lokale coöperaties de handen ineen voor grotere, vaak regionale projecten, zoals gezamenlijke windenergieprojecten.

Diepgaande Uitwerking van Scenario 1 (A+A=2A)

a. Voor ieder project een nieuwe coöperatie

• Voordeel: Onafhankelijkheid van de twee coöperaties, wat beschermt tegen onderlinge negatieve invloeden.
• Nadeel: Hogere opstart- en exploitatiekosten en minder synergievoordeel.
• Conclusie: Geschikt wanneer er duidelijke scheiding nodig is, hoewel het in de praktijk niet altijd efficiënt is.

b. Overkoepelende coöperatie voor projectondersteuning

• Voordeel: Behoud van gescheiden risico’s terwijl er ruimte is voor synergie tussen projecten.
• Nadeel: Hogere opstart- en exploitatiekosten vanwege de extra koepelcoöperatie.
• Conclusie: Geschikt voor grote coöperaties die willen profiteren van synergievoordelen.

c. Eén overkoepelende coöperatie zonder projectonderscheid

• Voordeel: Eenvoudig en kostenefficiënt met potentie voor synergie en solidariteit tussen leden.
• Nadeel: Noodzaak voor gescheiden projectadministratie.
• Conclusie: Vooral geschikt als projecten vergelijkbare kenmerken hebben.

d. Coöperatie met aparte projectafdelingen

• Voordeel: Combinatie van eenvoud en synergie met behoud van projectonafhankelijkheid.
• Nadeel: Vereist zorgvuldige voorbereiding bij oprichting, vooral in statuten en reglementen.
• Conclusie: Een flexibele oplossing die zowel onafhankelijkheid als synergie biedt.

Scenario 2 (A → AB): Activiteit in Een Nieuwe Branche

Met een groeiende interesse in verduurzaming breiden veel energiecoöperaties uit naar nieuwe gebieden, zoals verduurzaming van gemeenten of het creëren van aardgasvrije wijken. De uitdaging hierbij is dat deze nieuwe initiatieven vaak een ander risicoprofiel of doelgroep hebben dan de oorspronkelijke activiteiten van de coöperatie.