Anders denken, anders doen: wereldproblemen te lijf met design
“Waarom werkt het nu nog niet op een duurzame manier? Onze inspiratie zit hem eigenlijk in problemen.”
What’s in a name? De dames en heren van Better Future Factory geloven dat een betere toekomst begint bij een inventief en duurzaam circulair productieproces. En dat is precies waar ze zich dagelijks voor inzetten. De vier oprichters zijn allemaal ingenieurs, die elkaar kennen van de opleiding Industrieel Ontwerpen aan de Technische Universiteit in Delft. Inmiddels bestaat het team uit negen wereldverbeteraars, al zouden ze zulke grootse bewoordingen zelf niet snel in de mond nemen.
Ik spreek Jonas, één van de vier BFF-ers van het eerste uur. Waarom ze doen wat ze doen? “Wij wilden als collectief de handen ineenslaan om echt wat te doen aan wereldproblematiek. De oplossing die we voor ons zien is het circulair krijgen van de oude en niet meer werkende lineaire economie. We proberen langdurige positieve impact te realiseren, sociaal en op het milieu. Dat doen we in samenwerking met anderen, of we initiëren het zelf wanneer we kansen zien en kunnen creëren. We proberen een brug te slaan tussen duurzaamheid en business en maken zo een circulaire economie tastbaar.”
Hoe ze dit bewerkstelligen laat zich goed illustreren door enkele inmiddels vruchtbare projecten.
Perpetual Plastic Project
Het eerste grote succesverhaal is het Perpetual Plastic Project. “Perpetual Plastic creëert significante waarde uit plastic afval”: plastic is door haar eigenschappen zeer geschikt als bronmateriaal voor 3D printers. Hoe het in zijn werk gaat? Het is allemaal begonnen met het bouwen van een interactieve installatie voor evenementen, die ter plekke plastic afval recyclet tot 3D printmateriaal. Concreet: je lege plastic bekertje gooi je in een shredder, die kleine stukjes van het plastic maakt. Die stukjes worden omgesmolten tot filament, de voeding van de 3D printer, die er ter plekke een object naar keuze van print, zoals deze ring:
Op deze manier heeft BFF een kleine, verplaatsbare circulaire economie gemaakt. Inmiddels zijn er meerdere installaties in diverse formaten, die ook te huur zijn. Meer weten over het hele proces? In dit filmpje legt Gaspard alias ‘The Navigator’ je uit hoe de zelfgemaakte installatie werkt:
Refil
Het succes van het Perpetual Plastic Project en de rooskleurige toekomst van 3D printen brachten een nieuw idee. Want als 3D printen de toekomst heeft, waarom dan niet zo duurzaam mogelijk? “3D printers worden gebruikt voor een breed scala aan applicaties, zowel in de professionele markt als voor huishoudelijk gebruik.” Een groot deel van zulke printers gebruikt filament: ‘inkt’ die gemaakt is van plastic. “Omdat de vraag naar 3D printers zo hard groeit, groeit ook de vraag naar filament.” Momenteel is er een brede variëteit aan filamenten beschikbaar, verschillend in type plastic dat gebruikt is, in eigenschappen, prijs, grondstoffen, et cetera. En het portfolio breidt zich snel uit. “Maar alle bestaande filamenten worden geproduceerd met nieuw plastic en zijn dus gebaseerd op nieuwe ruwe olie. Refil biedt een alternatief met gerecycled filament.” En het filament is niet zomaar van gerecycled plastic; er is ook nagedacht welke soorten plastic nog geen herbruikbare toepassing kennen. Zo kwamen ze op het idee voor dashboards van auto’s die rijp voor de sloop zijn. Deze bleken nog geen recyclebare waarde te hebben. In dit over-de-top spotje (“Het liep een beetje uit de hand”) worden makers opgeroepen in ieder geval geen níeuw plastic afval te creëren.
Momenteel onderzoekt BFF of ook de binnenkant van oude koelkasten geschikt zou kunnen zijn voor het produceren van 100% gerecycled filament.
PolyMore
Nog zo’n voorbeeld van het nuttig inzetten van technisch vernuft en oog voor design: plastic recycling voor iedereen, overal. “Dit project komt voort uit een vraag om een kopie van onze Perpetual Plastic installatie neer te zetten in Afrika. Wij hebben dit afgeraden omdat er ter plekke te weinig kennis is: wie gaat de printers fixen, wie gaat de 3D modellen maken? We hebben hen destijds overtuigd dat het beter was tijd te besteden aan het ontwerpen van low-tech tools voor recycling, waarmee alsnog hoogwaardige producten gemaakt kunnen worden.” Ziedaar PolyMore.
“Door recycling tools beschikbaar te maken voor de massa dragen we bij aan de vermindering van plastic afval in ontwikkelingslanden. Dat maken we mogelijk door de drempel tot het beginnen van een recyclingbedrijfje te verlagen, door initiële investeringskosten te elimineren en door het verschaffen van rendabele oplossingen voor lokale ondernemers.” PolyMore bestaat vooralsnog uit drie tools: The Melter, The Caster en The Cutter. The Melter is een verwarmd oppervlak met een mal, dat plastic kan omsmelten tot tegels, zoals op de foto hierboven. The Caster is een verwarmde kan waarin gesmolten PET in meer complexe vormen kan worden gemaakt en is geschikt voor bulkproducten zoals bouwstenen. The Cutter ten slotte is een simpel gereedschap dat gebaseerd is op een stanleymes, waarmee op vernufte wijze een PETfles kan worden versneden tot een dunne draad van zo’n 40 meter lang. Van deze draad kan van alles worden gemaakt: van touw tot visnetten of hekwerk.
De oplossing zit hem dus in versimpelde, betaalbare en begrijpelijke plastic recycling tools om plastic afval in bruikbare producten om te zetten. Het benodigde gereedschap wordt aangeboden als ‘business in a box’, zodat de aanschaf zo laagdrempelig mogelijk wordt gehouden. Op die manier krijgt het lokale ondernemerschap een boost én profiteert de hele community ervan.
Aan de hand van deze voorbeelden zou je denken dat BFF zich exclusief bezighoudt met plastic afval en het hergebruik daarvan. Maar hun ambities reiken verder: ook voedselverspilling wordt te lijf gegaan. “We werken op dit moment aan verschillende andere echte wereldproblemen zoals voeding en voedselveiligheid. Dertig tot vijftig procent van al het voedsel wordt verspild, terwijl tachtig procent daarvan nog gewoon eetbaar is. Brood is de grootste verspiller, alleen al in Nederland wordt naar schatting 127 miljoen kilo per jaar weggegooid. Samen met BroodNodig werken we aan technologie om dit probleem tegen te gaan. Daarnaast gaan we samen met TUDelft onderzoeken hoe insecten als alternatieve voedingsbron kunnen dienen. Wij denken dat het duurzaamheid ondersteunt én zorgt voor een gezonde levensstijl.”
Grootse ambities dus. Hun drijfveren? Irritatie én inspiratie. “Waarom werkt het nu nog niet op een duurzame manier? Onze inspiratie zit hem eigenlijk in problemen. Maar ook de partijen waarmee we samenwerken en de mensen die daarbij horen zijn een hele belangrijke factor voor onze inspiratie.” Die klanten waar Jonas het over heeft variëren van kleine start-ups tot grote corporaties als KLM, Heerema en Philips. “Samen met hen werken we aan ketenverandering.” Maar ze zijn ook altijd op zoek naar nieuwe partners om hun bestaande projecten naar een hoger plan te tillen. “Wij zijn met ongelofelijk gave projecten bezig, waaronder dus met PolyMore: het in staat stellen van lokaal ondernemersschap in Afrika, geld verdienen op basis van recycling. Wij zoeken partners om hieraan verder te werken.” Partners of vakgenoten die we volgens Jonas ook echt eens zouden moeten interviewen voor Steden in Transitie zijn WASTED, BlueCity010 en Oogstkaart. Waarvan akte!
Zware kost, het eigenhandig aanpakken van zulke grote, allesomvattende wereldproblemen. Maar de pientere enthousiastelingen van BFF laten zien dat je met wilskracht een heel eind komt en bovendien dat je met strakke eindproducten ook voor anderen het imago van duurzaamheid aanzienlijk kunt afstoffen. Een voorbeeld waar het plezier vanaf straalt is de flippo-bril, oftewel Les Respectacles. Je oude flippomap omdraaien boven het tosti-ijzer en van de gesmolten plak die daaruit voortkomt een kek montuur snijden, getuigt van een flink staaltje omdenken.
Better Future Factory zal ook aanwezig zijn op de FabCity Campus op de kop van het Java-eiland in Amsterdam. FabCity is onderdeel van Europe by People, het arts&design programma in het kader van het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie het eerste halfjaar van 2016.