Lokale munt om te verbinden en te versterken
“De Culturijn is geen geitenwollen-protest, het is een heel modern alternatief. We krijgen dan een munt naast de euro. Ik denk dat dat de toekomst is.”
Vanaf 10 maart 2016 zal Alkmaar een Stadsambassade hebben. Op die manier sluiten ze zich aan bij het netwerk van Steden in Transitie, dat gevormd wordt door al meer dan 30 steden. Volgens Stadmaker Wim van Bokhorst is er in Alkmaar een behoefte aan verbinding tussen verschillende innovatieve initiatieven, zodat ze samen sterker staan. Zelf is Wim van Bokhorst ook bezig met een bijzonder project: Culturijnen. Deze digitale munt moet de cultuurwereld van Alkmaar versterken en het liefst ziet Van Bokhorst dat deze munt uiteindelijk in heel Alkmaar gebruikt gaat worden door iedereen die cultuur een warm hart toedraagt.
Wim van Bokhorst is educatief ontwerper. Hij houdt zich bezig met veel verschillende projecten op het gebied van cultuur en onderwijs. Cultuuronderwijs is volgens hem voor iedereen belangrijk, voor de stad, het gezin en het kind:
“Via creativiteit kun je ontdekken wie je bent, wat je kunt en hoe je je daarin kunt uitdrukken.”
Tegenwoordig ligt er in het (basis)onderwijs meer de nadruk op prestatie, en dan voornamelijk op het gebied van rekenen en taal, waardoor kunst, cultuur en creativiteit minder aandacht krijgen. Om leerkrachten te stimuleren en te helpen meer cultuur in het onderwijs te brengen ontwikkelde Van Bokhorst in samenwerking met Tamara Roos voor CultuurPrimair (samenwerkingsverband van scholen, cultuuraanbieders en gemeentes, regio Noord-Kennemerland) De Culturij. Dit is een ontmoetingsplaats voor leerkrachten en cultuuraanbieders, waar zij samen werken aan culturele projecten op school. Vanuit de Culturij is Culturijnen voortgekomen, zo legt Van Bokhorst uit:
“Leerkrachten kunnen we voor hun werk aan de projecten bij de Culturij niet betalen met geld, ze krijgen een bos bloemen of een boekenbon. Dankzij Culturijnen wordt het mogelijk om ze wel een bepaald bedrag toe te kennen, waarmee ze weer naar andere leden in de community kunnen, bijvoorbeeld een theater of boekhandel.”
Echter, het idee voor een lokale munt sprak Van Bokhorst al langer aan. Volgens Van Bokhorst heeft een lokale munt veel voordelen ten opzichte van de ‘gewone’ euro:
“Geld heeft eigenschappen met veel negatieve effecten, waardoor het verschil tussen arm en rijk groter wordt. Dat betekent dus dat je eigenlijk al een ingebouwd systeem hebt dat negatief werkt. Als dat een ingebouwd mechanisme zou kunnen zijn dat positief werkt, gemeenschapsvormend, dan is dat fantastisch.”
Culturijnen is een digitaal geldsysteem, naast het normale muntwerk, in ons geval de euro. Het draait op software die vergelijkbaar is qua betrouwbaarheid en gebruiksgemak met de gewone bankensoftware, maar het geeft je de mogelijkheid een digitale valuta te laten rouleren in een community. Het voordeel hiervan is dat de negatieve aspecten van de euro achterwege gelaten kunnen worden. Zo zorgt de rentestroom van de euro dat de rijken rijker worden en de armen armer en creëren banken enorme hoeveelheden geld, zonder dat iemand daar echt zicht op heeft:
“Nou we hebben nu al een crisis achter de rug en de euro is nog steeds een enge munt.”
Uiteindelijk zou een lokale munt ervoor kunnen zorgen dat je minder afhankelijk wordt van de gewone geldmarkt, waardoor kredieten die de gewone bank niet geeft of die je niet kunt dragen vanwege rentelasten wel mogelijk worden in het alternatieve circuit.
“Een euro vliegt de stad uit, maar een lokale munt zoals de Culturijn, draait rond in de community en heeft dus meer toegevoegde waarde.”
Dit is ook het grootste verschil tussen de bitcoin en een lokale munt als Culturijnen, de laatste is echt op de lokale gemeenschap gericht. Om voldoende volume te krijgen om leningen te kunnen geven, is de Culturijn aangesloten bij andere lokale munten in Nederland, die allemaal draaien op de software van Circuit Nederland, een project van Social Trade Organisation Nederland. De Culturijn wordt op 16 maart officieel gepresenteerd, op de Culturijnmarkt in Hal25.
“Dan gaan we zien in hoeverre leerkrachten er ook echt mee aan de slag gaan en wat voor trek het heeft.”
Uiteindelijk hoopt Van Bokhorst dat de Culturijn een gangbaar betaalmiddel wordt, niet alleen in het onderwijs en de cultuurwereld, maar in heel Alkmaar. Zo is hij de mogelijkheden aan het onderzoeken om Culturijnen te gebruiken op festivals, waarbij de munten op een pasje worden gezet en de overgebleven munten gewoon op het volgende festival kunnen worden gebruikt of tussendoor om bijvoorbeeld een boek mee te kopen. Daarnaast heeft Van Bokhorst meegeholpen met het opstarten van de Stadsambassade in Alkmaar en ook daar ziet hij kansen.
“Ik wil Culturijnen dan ook graag pitchen tijdens de Kick-Off van de Alkmaarse Stadsambassade, waar allerlei nieuwe initiatieven samenkomen, zodat zij ook kunnen gaan nadenken over hoe zij hun voordeel kunnen halen uit Culturijnen.”
Voor een project van de bibliotheek, DuurzaamDoen, was Van Bokhorst samen met een team bezig om duurzame initiatieven in kaart te brengen. Zij ontdekten dat er veel mooie initiatieven bestaan, maar vaak zonder van elkaars bestaan af te weten. Dat vonden ze zonde, want door samen te werken wordt je slagkracht groter. Ook maakte Van Bokhorst kennis met het platform en netwerk Steden in Transitie, onderdeel van Pakhuis de Zwijger. Hij zag toen dat er in Alkmaar ook een behoefte bestaat voor een Stadsambassade, net als sommige anderen in Alkmaar. Naar aanleiding hiervan werd er gezocht naar de sleutelfiguren in de stad en werd samen met hen gekeken welke domeinen er voor Alkmaar nu belangrijk zijn. Hieruit kwam onder andere de sociale stad, makersstad en deeleconomie. Vervolgens werd er via mond-tot-mondreclame laten weten dat er een Stadsambassade komt waar iedereen met een leuk idee of initiatief zich bij kan voegen. Van Bokhorst hoopt dat mensen op die manier onverwachte samenwerkingspartners vinden en dat ze op die manier samen kunnen werken aan de stad Alkmaar.
“Met z’n allen zullen we duidelijk moeten krijgen welke kant we op gaan en wat willen we en als we onderweg iets tegenkomen wat nodig is, nou dan gaan we dat proberen te realiseren.”