Het Osdorpplein en de Rijnstraat volgen de Jan Eef in de strijd tegen winkelleegstand
Op 19 december is het convenant voor de freezone Jan Evertsenstraat in Amsterdam-West getekend. Daarmee is deze tweejarige pilot officieel van start gegaan. Freezones zijn gebieden waar wordt geëxperimenteerd met het loslaten of versoepelen van lokale regelgeving, ten behoeve van bedrijvigheid en innovatie. In de zomer van 2016 volgen er nog twee freezones om winkelleegstand tegen te gaan: de Rijnstraat in Amsterdam-Zuid en het Osdorpplein in Nieuw-West. Hoe zullen deze gebieden zich ontwikkelen? Een voorzichtige vooruitblik.
Een relatief hoog percentage winkelleegstand is één van de voorwaarden om in aanmerking te komen als freezone. Met versoepelde regelgeving kunnen de negatieve effecten van dergelijke leegstand worden tegengegaan. Het gaat volgens Platform31, een digitaal platform voor stedelijke en regionale ontwikkeling, bijvoorbeeld om de beleving van mensen die een dergelijk gebied bezoeken. Gebieden met leegstaande winkels kunnen als minder ‘schoon, heel en veilig’ worden ervaren en daardoor gemeden worden. Ook is er minder sociale controle door deze leegstaande panden.
Er zijn verschillende mogelijkheden om iets te doen aan deze beleving, zowel tijdelijk als structureel. Bij tijdelijke oplossingen, zoals window-dressing en het verhuren van etalages, moet volgens Platform31 wel worden vermeden dat dit niet leidt tot uitstel van leegstand. Amsterdam heeft in de freezones een mogelijke structurele oplossing gevonden voor winkelleegstand. Met pilots van twee jaar wordt de impact van dergelijke gebieden onderzocht. In freezones is het bijvoorbeeld gemakkelijker om als ondernemer een mix van winkelfuncties in één pand te laten huizen, ook wel blurring genoemd. Tot nu toe was het mengen van winkelactiviteiten en ondergeschikte horeca nog lastig, maar met een versoepeling van de regels is het mogelijk om zowel een boekwinkel als café uit te baten in hetzelfde pand.
De regelluwe omgeving die wordt gecreëerd met de freezone kan worden geplaatst in een meer algemene tendens om regelgeving met betrekking tot het aanvragen van vergunningen te versoepelen. De Rijksoverheid is bijvoorbeeld van plan om vanaf januari 2018 te gaan werken met een nieuwe Omgevingswet. In deze wet worden 26 huidige wetten samengevoegd, en een aantal bestaande wetten worden opgeheven. Dit moet leiden tot een verkorting van onder andere de aanvraagduur van vergunningen van 26 weken naar 8 weken. Deze stedelijke en nationale deregulering is een uitvloeisel van het Europese beleid dat ook gericht is op het verminderen van regels ter bevordering van ondernemerschap.
Interessant aan de pilots is de verschillende stedelijke omgevingen waar ze zich bevinden. Zo stamt de Jan Evertsenstraat uit het begin van de vorige eeuw, terwijl het gebied rond bijvoorbeeld het Osdorpplein haar oorsprong vindt in de jaren ’60. Bovendien heeft de Jan Evertsenstraat een andere geschiedenis dan het Osdorpplein. Naar aanleiding van een golf aan criminaliteit is daar een buurtcoöperatie opgericht, waar buurtwinkeliers en -bewoners samenwerken. Uniek in Nederland, en een geschikte plek voor een eerste freezone-pilot. Deze vruchtbare voedingsbodem, waar samenwerking tussen verschillende partijen al aan de hand was, lijkt succesvol.
“Alles qua participatie van de buurt stond in de Jan Evertsenstraat op groen licht voor de start van een freezone.” – Projectmanager freezone Osdorpplein
In de aanstaande pilot-gebieden is er geen sprake van dergelijke actieve buurtcoöperaties. Natuurlijke betrokkenheid van onderaf is dus minder aanwezig. Dit zou een vertragende factor kunnen zijn in het bereiken van consensus over te te bewandelen weg. Wel worden er door de gemeente rond de freezone Osdorpplein klankbordgroepen opgericht van bewoners en ondernemers. De vraag is nu hoe deze verschillende freezones zich zullen ontwikkelen. Is er per pilot-gebied een verschillende behoefte, of valt er een algemene tendens te ontdekken? Tot nu toe lijkt de rode draad het realiseren van mengvormen, ruimer gebruik van de openbare ruimte en het makkelijker organiseren van evenementen te zijn. Een meer prangende vraag is misschien of een freezone overal ‘werkt’, of dat niet elke omgeving hiervoor geschikt is. We houden ze in de gaten.