Zowel publiek als sprekers bij “de robot als collega” zijn niet bang voor robotisering
Aan het begin van het programma over “De robot als collega”, informeert moderator Bahram hoeveel mensen in de zaal denken dat hun baan over 10 jaar door robots gedaan zal worden. Bij ongeveer 20 procent van de zaal gaat een hand omhoog. Maar nog verrassender dan dat vrij hoge getal, is de ontspannen houding van de mensen die hun hand opsteken: het vooruitzicht in de toekomst ander of misschien wel helemaal geen werk te doen, lijkt niemand bang te maken.
Hebben deze mensen alvast een waterdicht plan opgesteld voor de toekomst van hun werk of denken ze misschien iets te nonchalant over de impact van de doordenderende robotisering? De sprekers van de avond – experts waarvan je toch zeker kunt verwachten dat ze een realistische inschatting kunnen maken van de gevaren van automatisering – delen de mening van het publiek in ieder geval. Bennie Mols (wetenschapsjournalist), Anna Salomons (econoom) en Linda Voortman (Tweede Kamerlid) leggen uit waarom hun werk niet op korte termijn door robots overgenomen zal worden.
Speurwerk
Bennie weet dat er tijdens de Olympische Spelen in Beijing al sportverslagen geschreven werden door robots. Bovendien zijn er in de journalistiek al enorm veel banen verdwenen, met name doordat internet het makkelijker maakt om informatie te verspreiden. De feitelijke en informatieve kant van de journalistiek is dus al gedeeltelijk geautomatiseerd. Bennie maakt graag gebruik van die mogelijkheden. Vooral in de eerste stappen van een journalistiek proces is technologie erg handig: internet maakt het veel makkelijker om onderzoek te doen en contact te leggen met mensen. Hij is er wel van overtuigd dat het echte journalistieke speurwerk niet aan robots besteed is. Daarvoor blijven creatieve vaardigheden nodig die robots niet (of in ieder geval nog niet) bezitten.
Persoonlijke aandacht
Anna werkt als econoom in zowel wetenschappelijk onderwijs als onderzoek. Haar baan wordt niet bedreigd door robots – sterker nog, een deel van haar werk zou niet bestaan zonder robots. Omdat ze met grote hoeveelheden data werkt, is haar onderzoek sterk afhankelijk van digitale technologie. Ook als het gaat om onderwijs, vreest ze niet voor haar baan. Voor goed onderwijs is persoonlijke aandacht nodig en dat vergt een geïndividualiseerde aanpak. Robots zijn ijzersterk in gestandaardiseerde taken, maar erg slecht in het leveren van nauwkeurig gepersonaliseerde diensten. En als andere, niet-persoonlijke delen van haar werk, zoals het checken op plagiaat bij het nakijken van essays, geautomatiseerd kunnen worden, is dat alleen maar handig.
Debatteren
Linda moet als kamerlid veel stukken lezen en vindt het erg prettig om al die stukken digitaal te kunnen ordenen. Mailen doet ze via haar iPad. Ze heeft niet eens een bureau meer nodig. In die zin maakt technologie haar werk een stuk makkelijker. Maar ze gelooft niet dat robots haar werk ooit over zullen nemen want het politieke debat blijft mensenwerk. Ze laat moderator Bahram dan ook weten dat het ronde tafelgesprek een stuk minder interessant was geweest met vier robots in plaats van vier mensen aan tafel.
De voorbeelden laten zien dat een baan altijd een gevarieerde bundel van taken is, waarvan soms een deel geautomatiseerd kan worden maar bijna nooit het geheel van de taken. Als we dat goed organiseren, houden we door de technologie juist meer tijd over voor die typisch menselijke kanten van het werk.
Het idee dat we over 10 jaar allemaal zonder werk zitten is een illusie – maar het idee dat we ons werk op precies dezelfde manier kunnen blijven uitvoeren, is net zo goed een illusie.