Wat als de buurt het kader schept en de overheid en bedrijven aanvullen?
Dit stuk verscheen eerder op Wij Maken Nederland.
Wanneer kan je spreken van een coöperatieve maatschappij? De coöperatie is een vorm van zelforganisatie van producenten, gebruikers of in dit geval bewoners. De eerste twee afleveringen hebben ingezoomd op kleinschalige coöperatieve voorbeelden in de stad. Tijdens deze derde aflevering gaan we uitzoomen draaien we de rollen om. Wat gebeurt er als de buurt het kader schept en de overheid en bedrijven hierop aanvullen?
Er zijn verschillende sprekers aanwezig. Het publiek is overwegend wat ouder publiek. De gedachte dat dit een onderwerp is voor met name oudere mensen schiet even door mijn hoofd…
De huidige context
De aftrap wordt gedaan door Hendrik Wagenaar, Professor of Town and Regional Planning in Sheffield. Hij neemt ons in eerste instantie mee in een, naar eigen zeggen, somber verhaal over de neoliberale achtergrond van burgerinitiatieven in het Verenigd Koninkrijk. Het wantrouwen van burgers tegenover de overheid is hier groot. Dit komt volgens professor Wagenaar voort uit privatisering.
Anders dan in Nederland, speelt privatisering een grote rol in het dagelijks leven van een Brit. Het vervoer over het spoor, de energievoorziening, de huisvesting, ja, zelfs gevangenissen en azielzoekercentra zijn geprivatiseerd. Met als gevolg een versnippering van de publieke sector en daarmee verlies van kwaliteit.
Een bijkomend verschijnsel is het begrip financialisering. Dit verwijst naar de grote bedrijven met grote budgetten, maar weinig gevoel voor wat er speelt in de maatschappij.
Wat betekent het eigenlijk om burger van een land te zijn met al deze ontwikkelingen?
Sinds ongeveer 1980 is er in veel westerse landen sprake van herdefiniering van burgerschap. Deze is niet langer gedefinieerd in termen van de de verzorgingstaat en de daarbij horende toegang tot gezondheidszorg, betaalbare huisvesting en onderwijs. De staat heeft de relatie tussen henzelf en de burger geherdefineerd. De burger wordt nu geacht zichzelf te zien als menselijk kapitaal met een persoonlijk verantwoordelijkheid voor het verkrijgen van deze diensten. De daarbij horende concurrentie met anderen zorgt voor een verschuiving van collectiviteit en saamhorigheid naar een individualistische consumptiecultuur. Kan je dan vervolgens stellen dat burgerinitiatieven een reactie zijn op deze ommekeer?
Burgerinitiatieven kun je volgens professor Wagenaar op twee manieren benaderen. Ten eerste kan het gezien worden als een kleinschalig lokaal initiatief van de gewone burger gericht op een concreet probleem. De moestuin wordt in de zaal genoemd als voorbeeld. Dit is ook hoe de media het graag in beeld brengt.
Aan de andere kant kan je het benaderen als een schat van innovatieve, democratische en organisatorsiche praktijken wat veel verder gaat dan die ene inspirerende moestuin…
Vanuit dat beeld kan je dan hopelijk verder werken naar een gelijkwaardige samenwerking tussen de burger en de overheid in Nederland.
Wonen en zorg
De tweede spreker, Jasper Klapwijk komt kort aan het woord. Hij is een strateeg op het snijvlak van wonen, zorg en pensioen. Zorg is een “hot topic” in de coöperatieve sferen waar drie soorten motivaties aan ten grondslag liggen volgens Jasper. Veruit de meerderheid is op zoek naar welzijn en ontmoeting. Daarnaast is het een middel om een weg te vinden in de complexe overheid. En tot slot is het een manier om zorg zelf goedkoper en beter te organiseren.
Zou dit een reël alternatief zijn voor de reguliere zorg? Vanuit de overheid zijn er twee bezwaren. Ten eerste is er het bezwaar dat deze partijen niet professioneel genoeg zijn. Ten tweede is er gevoel van verdringing van zorgorganisaties. Bewonersinitiatieven zijn goedkoper door gezamelijke inkoop en vrijwilligers, maar concurren dus ook met de reguliere zorginstanties die dan wellicht aan de kant komen te staan. De vraag is dus of deze partijen met andere organisatievorm dezelfde, of zelfs meer, kwaliteit kunnen leveren?
Energie
Met de volgende sprekers switchen we van de zorg naar energie. Jurgen van der Heijden (senior adviseur duurzaamheid) benadrukt echter dat het gaat over hetzelfde principe waarbij je zelf een service inkoopt en zelf een autonome rol ineemt ten op zichte van een project ontwikkelaar. Herman Verhagen, de andere spreker, is een duurzame projectontwikkelaar bij HVC. Dit is een nutsbedrijf in handen van 46 gemeenten en 6 waterschappen. Daarnaast onderzoekt HVC een samenwerking tussen het bedrijf en 8 energie coöperaties. Het doel is om zo twee krachten te bundelen. De kracht van energiecoöperaties zit in de korte lijnen en het vertrouwen onderling tussen burgers. HVC kan daarnaast de expertise leveren om een project daadwerkelijk tot ontwikkeling te brengen.
Hoe deze samenwerking zich ontwikkeld dat zal de toekomst uitwijzen. Maar dit zou een toekomstige vorm kunnen zijn waarbij er geen sprake is van een opdrachtgever en opdrachtnemer, maar een gelijkwaardig netwerkmodel.
Aan de slag!
Als laatste onderdeel gaan we met elkaar in gesprek aan de hand van 5 tafels met 5 thema’s. Ik sluit me aan bij tafel 4 met als thema: bewoners gestuurde wijkontwikkeling: Wat hebben buurtbewoners nodig om een bestek te kunnen schrijven met de aanvullende diensten die een buurt nodig heeft?
De groep bestaat uit bewoners met een idee en ambtenaren. Deze tweesplitsing is ook zichtbaar tijdens het gesprek. De bereidheid van zowel de overheid als bewoners om samen te werken is aanwezig. Maar hoe? Er is frustratie maar ook nieuwsgierigheid over hoe je in contact komt met de gemeente. Bij de ambtenaren heerst er wellicht angst over de vrijblijvenheid van de nieuwe vorm van ontwikkelen maar ontbreekt ook de overtuigingskracht van de slagingskans van het initiatief. Een ander alternatief is gewoon beginnen. Waarom eerst je hand omhoog houden bij de gemeente?
Om op hoge schaal tot een goede samenwerking te komen moet zowel de burgers als de overheid zich hierop gaan herorganiseren. Een professioneel onderbouwd plan en een open mind kunnen dan ver komen.
Er zijn veel onderwerpen besproken en niemand is eigenlijk nog uitgepraat. Als laatste wordt er nog een link gelegd naar de politiek. Hoe staan die tegenover deze ontwikkelingen? De flexibiliteit lijkt ook hier te ontbreken. Hoe we er ook naar kijken, we kunnen niet meer heen om de massale toename van burgers met een andere visie. De gemiddelde hoge leeftijd van de zaal geeft wat mij betreft dan ook niet de juiste weergave van hoe dit leeft in de stad.
Een belangrijke afsluitende vraag blijft: Hoe ga je als overheid om met deze ontwikkelingen? Ik ben van mening dat bepaalde zaken zoals zorg niet zomaar kunnen worden uitbesteed aan burgers. Maar een open houding vanuit gemeente naar experimenten die afwijken van de norm is van groot belang! Laat weten wat jij de rol van de overheid vindt in deze ontwikkeling naar een coöperatieve maatschappij.
Deze bijeenkomst, die plaatsvond in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam, is deel drie van een vierdelige serie over de coöperatieve maatschappij. De vierde bijeenkomst zal plaatsvinden op 23 maart.