Twee collega’s wonen zes dagen op FabCity om te overnachten in vijf verschillende Tiny Houses
Het was een uitdaging en een sociaal experiment. We hebben zo vaak gesproken met de initiatiefnemers die met de Tiny Houses op FabCity staan, en iedereen is erg enthousiast over deze experimentele manieren van wonen. Maar is dit nieuwe wonen ook geschikt voor iedereen? Wij wonen allebei in een huis dat vol staat met spullen, onze kledingkasten puilen uit en we vinden het fijn om veel ruimte te hebben. Tijd om uit te testen of wij ook zonder overdadige luxe kunnen leven. Hoe is het om in een Tiny House te wonen? Wat zijn de gemakken en ongemakken van klein behuisd leven met z’n tweeën? En hoe zorgen we ervoor dat we elkaar niet de hersens inslaan aan het eind van de week?
Gelukkig kennen wij, Lisa en Claartje, elkaar al tien jaar. We hebben samen op de middelbare school gezeten en hebben al een keer overnacht in een zelfgebouwde hut in de Ardennen. Kortom, we hebben al voor hetere vuren gestaan, dachten we.
Tiny Houses
Het begrip Tiny Houses vindt zijn oorsprong in Amerika. Daar is de Tiny House Movement ontstaan. Wat is het dan precies? Wel, een klein huisje dat duurzaam gebouwd is, (deels) zelfvoorzienend, en vaak makkelijk te verplaatsen. De maximale afmetingen zijn discutabel, op tinylife.com hebben ze het over maximaal 38m2. Dit is groter dan de gemiddelde studio in Amsterdam. Maar hé, everything is bigger in America.
Waar het vooral om gaat bij een Tiny House is dat de manier van leven enige aanpassingen nodig heeft. Je gaat simpeler wonen en door de zelfvoorzienendheid efficiënter om met je energie. Het zogenaamde ‘creatief wonen‘ zoals Jelte Glas van de Woonpioniers het omschrijft.
Woensdag 8 juni, Finch Buildings
Het avontuur begon bij Finch Buildings. Een modulaire woning waar er vier op en naast elkaar staan op FabCity. Deze woningen zijn op verschillende manieren in te delen en aan elkaar te koppelen. Omdat ze werken met losse modules is het niet nodig om gaten te boren wanneer je bijvoorbeeld een lamp op wil hangen en zijn alle materialen waarmee de woning is gebouwd geschikt voor hergebruik?
We begonnen met een avondwandeling over de kop van het Java-eiland. Wat verandert er allemaal op FabCity als het donker is? Zijn er nog avonturen te beleven? Nou, dat bleek zeker het geval, we hoorden Duitse muziek uit de rode ‘World in a Shell‘ en bij het paviljoen van Meet the Locals werd nog van de ondergaande zon genoten. Na ons rondje besloten we ons huis op te zoeken en te starten met ons experiment.
Een ruimtelijk gevoel
Bij binnenkomst viel ons meteen op hoe ruim de woning aan voelt terwijl deze toch slechts 24m2 is. De houten binnenbekleding geeft het relaxte gevoel van een vakantiehuis. Een erg modern vakantiehuis, naast de stopcontacten, in de ‘slaapkamer’, zit een usb ingang waarmee je telefoons of andere mobiele apparatuur op kan laden. Punt erbij voor Finch Buildings.
Iedere avond moeten natuurlijk ook de tandjes gepoetst worden, en de badkamer ziet er met de donkergroene muren en roze deur erg chique uit, wel vonden we de wasbak een beetje klein. Gelukkig hoorden we van de architect Jurrian Knijtijzer dat dit zal veranderen in de nieuwe woningen. Een ander mooi voordeel van de Finch Building is dat je flexibel bent met de inrichting. Makkelijk bij gezinsuitbreiding!
Na een goede eerste nacht maakte Claartje haar favoriete ontbijt, roerei met avocado en fetakaas, wat we opaten op, nog een punt erbij, ons eigen balkonnetje.
Onze conclusie na onze eerste nacht: de Finch Buildings zijn zeker mooie woningen om in te wonen. Het voelt niet als een Tiny House, maar meer als een luxe containerwoning. Het is erg fijn om je eigen balkon te hebben, zo heb je toch nog wat buitenruimte. Daarbij kan je de woning precies zo inrichten als je zelf wilt.