Wat is de rijksvisie op de ruimtelijke toekomst van Nederland? Hoe ziet ons land eruit in 2040?
Maandag 12 september werd het programma ‘Wij maken Nederland, Politiek aan zet’ georganiseerd bij Pakhuis de Zwijger met als doel bovenstaande vraag te beantwoorden. Aanleiding voor dit programma was het Jaar van de Ruimte dat vorig jaar (2015) plaatsvond en waarin verschillende initiatiefnemers uit het ruimtelijk domein recente ontwikkelingen en nieuwe vormen van planning ter discussie stelden. In de reeks van de bijeenkomsten “Wij Maken Nederland” in Pakhuis de Zwijger zijn verschillende thema’s (maatschappelijke, professionele en politieke issues) rondom de ruimtelijke toekomst van Nederland 2040 aan bod gekomen. Hieronder een verslag van de laatste editie: ‘Wij maken Nederland, politiek aan zet’.
In maart 2017 zijn er nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer. Op de agenda van een volgend kabinet staat de Nationale Omgevingsvisie en de invoering van de nieuwe Omgevingswet. De politieke partijen zijn ondertussen hun koers voor de toekomst aan het bepalen en de meeste verkiezingsprogramma’s zijn in concept klaar. Ook de implementatie van de CO2 doelen van Parijs, de Europese samenwerking, het immigratiebeleid, de klimaatverandering en het voedselbeleid zijn belangrijke onderdelen van de politieke agenda. Aan de andere kant zijn landmakers bezig om vorm te geven aan de ruimtelijke ordening en willen zij het nieuwe kabinet een boodschap meegeven.
Noodzaak Ruimtelijke Agenda
De avond werd afgetrapt door Hans Leeflang, initiator van het Jaar van de Ruimte, Jeroen Niemans (Wij maken Nederland) en Joost Schrijnen van O-team die een korte terugblik verzorgde op de uitwerking van het Jaar van de Ruimte, het Manifest 2040.
Joost Schrijnen is van mening dat een duidelijk concept nodig is voor onze ruimtelijke en maatschappelijke toekomst. Hij noemde de vier belangrijkste kwesties die de basis voor het concept zullen vormen. De eerste kwestie is “Nederland als samenhangend land in internationale context”, de tweede kwestie is ‘Energie is ruimte”. Vervolgens staat ‘Transitie van steden en platteland’ en de verhouding hiertussen centraal en de laatste kwestie betreft het water. Hans Leeflang denkt dat we over 25 jaar ook zo een grote opgave waar kunnen maken als 25 jaar geleden met bijvoorbeeld Vinex (Vierde Nota Ruimtelijke Ordering Extra). De opgaven zijn volgens hem nu wat anders dan toen, omdat energie toen nog helemaal geen issue was. Alleen is nu de vraag: Wat gaat de overheid daaraan doen? Hij is van mening dat wij gemeenschappelijk aandacht en betrokkenheid moeten tonen om deze belangen waar te maken. Jeroen Niemans vind dat het manifest 2040 van de Vereniging Wikimedia Nederland (WMNL) vertaald moet worden naar concrete maatregelen die het volgende kabinet kan meenemen.
Vormgeven aan de 21e eeuw door Maarten Hajer
Hoogleraar Urban Futures aan de Universiteit van Utrecht, Maarten Hajer, gaf een inspirerende presentatie over vormgeving in de 21ste eeuw. Hierin gaf hij aan dat in de aankomende regeringsperiode meer duidelijkheid gegeven moet worden rondom klimaatadaptatie en dat klimaatadaptatie vanzelfsprekend moet zijn. Verder stelde hij in zijn presentatie dat de publieke belangen opnieuw gedefinieerd moeten worden, waarbij hij zich afvroeg hoe dit in verhouding tot de politiek stond. (vanaf 20.37)
Bekijk de hele avond terug:
Na de prikkelende presentatie over de vormgeving van de 21ste eeuw werd het programma verder opgesplitst in drie blokken van 30 minuten. Per blok gaven politieke partijen hun visie op de drie belangrijke opgaven rondom energietransitie, de transitie van onze steden en de transitie van het landelijk gebied. Vervolgens zijn politici in gesprek gegaan met elkaar en de aanwezige landmakers.
Energietransitie
In het eerste blok over de energietransitie werd gekeken naar Nederland na de klimaattop van Parijs en wat de visie van de politieke partijen op dit vraagstuk is. Op de vraag hoe belangrijk energietransitie in de aankomende vier jaar is geworden, zijn kamerleden Hayke Veldman (VVD) en Carla Dik Faber (CU) in gesprek gegaan met landmakers Pallas Achterberg (Alliander), Sebastiaan van ’t Erve (burgemeester gemeente Lochem), Sjors de Vries (Ruimtevolk) en Guido Braam (Circular Expo, NL Circular Hotspot).
Volgens Hayke Veldman (VVD) zijn we het qua doelen met elkaar eens; de klimaattop in Parijs heeft resultaat opgeleverd en gelukkig zeggen veel landen in de wereld daar ja tegen, waaronder China, de Verenigde Staten en veel Europese landen. De afspraken die in Parijs zijn gemaakt zijn de belangrijke doelstellingen en volgens Veldman een enorme uitdaging. Op de vraag welke rol de politiek daarin speelt, is Veldman van mening dat het doel niet zo zeer politiek is, maar de weg waarlangs deze vraag zich afspeelt wel politiek kan zijn. “Wat doe je landelijk, wat stel je landelijk vast en hoe ga je dat regionaal aanpakken? Alle landelijke doelen die zijn vastgesteld in Parijs vragen om een regionale aanpak. Er moet gewerkt worden aan het draagvlak in alle gebieden waar energietransitie plaats gaat vinden.” Politica Carla Dik – Faber van Christen Unie is van mening dat meer partijen in de kamer betrokken moeten worden wat betreft de opgave over energietransitie.
“Wij moeten opschalen naar de energietransitie want we hebben het geld, de techniek, alleen nog de wil mist.”
In het blok over energietransitie waren landmakers vooral geïnteresseerd wanneer de gaskraan dicht zou gaan. Carla Dik Faber is van mening dat dit in 2025 – 2030 klaar moet zijn en vindt dat er geïnvesteerd moet worden in duurzame en schone energie. Meneer Veldman vindt dat de gaskraan dicht moet gaan als we het met elkaar waar kunnen maken. “De ambities mogen best hoog zijn maar het moet betaalbaar zijn; betaalbaar voor de overheid, maar ook betaalbaar voor ons allemaal.”
Landmakers hadden een verzoek aan kamerleden om gezamenlijk op pad te gaan wat betreft issues over energietransitie. Sebastian van ‘t Erve roept op om te gaan leren van de verschillende gemeenten. Aan het einde van dit blok werd de vraag gesteld waar moet de Rijksvisie over gaan? Carla Dik Faber vindt dat de beste innovaties zijn voortgekomen uit het feit dat de overheid innovaties en initiatieven stimuleert en ondersteunt. Hayke Veldman vindt dat we gezamenlijk moeten optreden als het over ruimtelijke vraagtukken gaat.
De transitie van onze steden
In het tweede blok werd gevraagd: Wat komt er na de Vinex? Wat is precies de visie van de politieke partijen op stedelijke vernieuwingen en de internationale concurrentiepositie van onze steden? Deze vragen worden beantwoord door Eric Smaling (SP) en Stientje van Veldhoven (D66). Reacties op de visie en standpunten van de politici werden gegeven door de landmakers Bart van Breukelen (Neprom), Jeanet van Antwerpen ( SADC), Paul Gerritsen ( Vereniging Deltametropool) en Maarten Hajer.
Op de vraag wat zijn de belangrijkste opgaven als het gaat over de stedelijke ontwikkeling in 2040 is Stientje van Veldhoven (D66) van mening dat het meer over de leefbaarheid van de steden moet gaan. Voornamelijk dat de steden bestand moeten zijn tegen wateroverlast, klimaatoverlast en dat de luchtkwaliteit in die steden goed moet zijn. Volgens Stientje van Veldhoven moeten we steden toekomstproef maken. Eric Smaling (SP) vind dat vier grote steden in Nederland een stedelijke regio vormen en dat deze regio in het jaar 2040 als een stadsstaat zal zijn.
Landmaker Jeanet van Antwerpen is van mening dat de politici een circulaire bril op moet zetten en hun fantasie moeten gebruiken zodat Nederland in 2040 de gaafste metropool van de wereld kan worden.
“Zet een circulaire bril op en ga voorbij aan denken in goed en kwaad.”
Peter Steijn van Healty Urban Living Utrecht noemde Citydeals een mooi experiment die in het regeerakkoord nog in praktijk moet worden gebracht. Citydeals zijn pogingen om vanuit het Rijk beter te kunnen aansluiten op het lokale en regionale niveau. Reductie van het beleid, vermindering van verkokering, opheffing van regelgeving, medefinanciering en investering om de agenda rond te krijgen zijn punten waar verder aan gewerkt moet worden.
Kortom, Eric Smaling (SP) vindt – wat betreft de transitie van de steden – dat de gemeenten meer mogelijkheden moeten krijgen om alles wat te maken heeft met duurzaam wonen, energie en de ordeningstoekomst, zelf sneller te verwezenlijken. Dat er op nationaal niveau geen belemmeringen zijn. Mevrouw Stientje van Veldhoven (D66) vindt dat er duidelijke kaders moeten worden gesteld, die context geven en ruimte overlaten om die lokale mogelijkheden te realiseren. Politici zijn het daarnaast eens met de Landmakers en vinden dat meer politici een circulaire bril op moeten zetten.
De transitie van het landelijk gebied
In het laatste blok van deze bijeenkomst worden politici gevraagd om hun standpunten en visie te delen met betrekking tot de aanpak van nationale opgaven in de landbouw, de voedselproductie en het water. Deelnemers in dit laatste blok waren politici Henk Leenders (PvdA) en Erik Ronnes (CDA) en landmakers en specialisten Guido Braam (Circular Expo), Henk Ovink (Watergezant) en Roel Posthoorn (Makerwadden).
Omtrent het thema voedselproductie vindt Henk Leenders (PvdA) dat de voedselproductie de belangrijkste opgave is, en de komende tijd dus de meeste aandacht moet krijgen. Volgens Leenders is landbouw op zichzelf niet problematisch, maar ligt de manier waarop landbouw nu wordt benaderd ten grondslag aan het probleem. Nederland staat binnen Europa onderaan op het gebied van biodiversiteit; iets wat snel moet veranderen. Eric Ronnes (CDA) is ook van mening dat het voedsel op een gezonde en verantwoorde manier geproduceerd moet worden. Ontwikkelingen zullen vooral lokaal plaatsvinden en de urgentie van de transitie-agenda zal een grote uitdaging zal zijn.
Roel Posthoorn (Makerwadden) vindt dat investeringen aan de dijkversterkingen noodzakelijk en belangrijk zijn. Dit heeft volgens hem een klein beetje regie nodig zodat de natuurgebieden een mooie plek blijven voor recreatie. Henk Ovink (Watergezant) vindt dat de overheid in de aankomende regeerperiode heldere ambities moet stellen. Dit mag best een Haags initiatief zijn en vanuit de investeringsagenda komen. Hij is van mening dat waterveiligheid, de waterkwaliteit, de voedselvoorzieningen, en de kwaliteit van ons landschap in de aankomende periode van cruciaal belang zullen zijn en dat het volgende kabinet verantwoordelijk is voor de doelen die op langere termijn zijn gesteld. Guido Braam (Circular Expo) is van mening dat het probleem niet bij de boer ligt, die staat dicht bij de natuur. Hij geeft aan dat wij als export land kwalitatief de beste moeten zijn en niet zo zeer moeten streven naar het grootste export land. Leenders is het ermee eens dat er keuzes gemaakt moeten worden, en dat Nederland niet meer op een kwantitatieve manier, maar op een kwalitatieve manier exportland nummer 1 moet worden.
Landmakers zijn het met elkaar eens dat water een belangrijk onderdeel van voedselproductie is en dat landbouw een grote invloed heeft op de biodiversiteit in ons land. Zij zijn van mening dat de transitie agenda voor landbouw nu moet beginnen. Politici zijn het ermee eens dat hier een urgentie ligt, maar geven aan dat het een grote uitdaging is om de gestelde doelen op een effectieve manier te behalen.
Concluderend
De drie belangrijkste thema’s van de avond – energietransitie, transitie van de steden en de transitie van het landelijk gebied – zijn fel bediscussieerd door en tussen politici en landmakers. Met betrekking tot de energietransitie waren ze met elkaar eens dat het nodig is om over te stappen op duurzame en schonere alternatieven. In het kader van ‘transitie van steden’ zagen zowel landmakers als politici mogelijkheden voor steden om zichzelf meer onafhankelijk van het Rijk te ontwikkelen tot prettige plekken om te wonen, werken en leven. Rondom het thema ‘transitie van het landelijke gebied’ voelden de politici, maar ook de landmakers, urgentie om deze issue op een kwalitatieve en effectieve manier aan te pakken. Concluderend kan gesteld worden dat de drie besproken opgaven zeker op de agenda van de politieke partijen staan. Gedurende de avond bleek er ook redelijke consensus te zijn over de richting, echter over de weg ernaar toe bleken de politieke partijen nog sterk van mening te verschillen. De boodschap aan een volgend kabinet is dan ook: blijf niet hangen in vage doelen voor de toekomst, maar geef aan waar op korte termijn de prioriteiten liggen. Want, zo werd er tijdens de avond meerdere malen door de Landmakers betoogt: “We moeten nu beginnen!”