‘Van nature ben ik een redelijk optimistisch mens, maar over de economie ben ik helaas somber’
Dit artikel verscheen eerder op de blog van Maaike Miedema.
‘Van nature ben ik een redelijk optimistisch mens, maar over de economie ben ik helaas somber’, zo schetst Bas van Bavel, historicus en hoogleraar Transities van Economie en Samenleving van de Universiteit Utrecht zijn professionele gemoedstoestand. De westerse economie is tanende en neemt in zijn val de democratie mee.
Op de discussieavond #New Democracy & de Vrije Markt in Pakhuis de Zwijger presenteert de hoogleraar het gedachtegoed van zijn nieuwste publicatie The Invisible hand. Van Bavel: ‘Een markteconomie is een dynamisch systeem, waarbij we een cyclus van opkomst en neergang doorlopen. Helaas zitten we nu in de neergaande fase.’
Bij een vrijemarkteconomie zijn zowel de output – de diensten en producten-, als de input – grond, arbeid, kapitaal – onderhevig aan de markt. Dat is in Nederland eigenlijk pas het geval sinds de jaren ’90. Daarvoor bestonden er naast de markteconomie veel meer systemen, zoals corporaties, familiesystemen, associaties en gilden.
Een dergelijke markteconomie is redelijk uniek in de wereld. De onderzoekers vonden een voorbeeld in het middeleeuwse Iraq van 600 – 1000. In Italië was er een markteconomie van de 13de tot de 16de eeuw. In Nederland vanaf de 15de eeuw tot nu. In Engeland vanaf de 17de eeuw en de Verenigde Staten vanaf de 19de eeuw. En, anders dan vaak gedacht, volgt de markt het democratiseringsproces in plaats van andersom.
De economische cyclus begint als de burgers in opstand komen tegen de feodale elite, het dictatorschap of een tussenvorm van autocratie en democratie, zoals in het huidige Rusland. In de westerse wereld begon dat proces aan het begin van de 20ste eeuw, toen de burgers zich door grotere en kleinere opstanden zich vrijmaakten en organiseerden in politieke partijen, coöperaties en zorgden voor diverse collectieve voorzieningen, zoals de Boerenleenbank en verzekeringen.
Door het breken van de macht van de elite, ontstond er ruimte voor democratie. Wat volgt is een fase van machtsevenwicht, maar door de verhandeling van grond, arbeid en kapitaal komen daar scheurtjes in: er vindt accumulatie plaats en een steeds kleinere groep krijgt steeds meer grond, arbeid en kapitaal in handen.
Van Bavel: ‘Je ziet dan dat de vermogensongelijkheid enorm toeneemt. Dat is voor mij een belangrijk signaal dat we ons op een kantelpunt in de cyclus bevinden.’
De vermogensongelijkheid is volgens de onderzoeker in Nederland vrijwel maximaal. Een feit waarover bijna niemand spreekt. Van Bavel: ‘Vermogensongelijkheid vindt een uitweg in de financiële markten, dat is wat mij betreft een tweede waarschuwing.’ Point of no return is bereikt als de echte economie dusdanig stagneert dat vermogenden kiezen om te investeren in politieke macht en de democratische regels aan hun laars lappen of wetten gaan passen. Van Bavel: ‘Dan krijg je decennia lang een implosie: het verdwijnen van de gelijkheid en van de democratie.’
‘Denkt u ook weleens in oplossingen’, wil moderator Rindert de Groot weten. Van Bavel: ‘Voor mij is de geschiedenis de belangrijkste kennisbron. Nog geen enkele van de markteconomieën is in het verleden geslaagd om het tij te keren.’ Toch gloort er hoop. Van Bavel: ‘Door dit systeemonderzoek weten we nu hoe we als mens onderworpen zijn aan een bepaalde logica. Wie weet geven deze inzichten ons de kans om toch invloed op deze cyclus uit te oefenen.’