Met burgerschapsspel Terra Nova creëren kinderen hun eigen mini-maatschappij
Hoe betrek je kinderen bij maatschappelijke vraagstukken? Social designer Lisa Hu zocht hierop een antwoord. “Ze moeten over deze vraagstukken gevoelsmatig het idee krijgen: dit is belangrijk.” Lisa ontwikkelde de discussietool Terra Nova waarbij kinderen op een eiland hun eigen mini-maatschappij creëren en actuele thema’s bespreken. Ook helpt het spel bij het ontwikkelen van empatisch vermogen en sociale (samenlevings)vaardigheden zoals samenwerken en kritisch denken.
“Kennis over hoe een samenleving werkt is belangrijk, maar het krijgt pas echt waarde door het te beleven, actief en met elkaar,” aldus Lisa. Omdat een fictief eiland ver af staat van de complexe werkelijkheid waarin Nederlandse kinderen leven, laat het spel kinderen vrij om hun ideeën uit te voeren.
“Het spannende van kinderen is dat ze nog heel vrij kunnen denken.”
Terra Nova was het afstudeerproject van Lisa voor de Design Academy in Eindhoven. Het is een methode van learning by doing, waarbij kinderen zelf situaties aftasten en problemen ondervinden. In het Nederlandse onderwijssysteem ligt veel nadruk op cognitief leren, waarbij de link met de wereld buiten niet altijd wordt gelegd. Als deelnemer van de Nationale DenkTank over het Leren van de Toekomst onderzocht ze onder andere de maatschappelijke doelen van leren, zoals burgerschapsvorming. Terra Nova verbindt kennisverwerving over burgerschap met actieve vaardigheden zoals samenwerking en inlevingsvermogen.
“Het is belangrijk voor kinderen om te beseffen dat verschillende opvattingen naast elkaar mogen bestaan.”
Samen een samenleving maken
“Terra Nova is een manier om het makkelijker en leuker te maken om iets te doen met lastige samenlevingsvraagstukken.”
Tijdens het spel worden abstracte thema’s zoals segregatie, de verzorgingsstaat en culturele identiteit op een concrete manier behandeld aan de hand van een eiland-situatie met vissen, palmbomen en kokosnoten. Niks moet en alles mag, de wereld staat op z’n kop. Een klas speelt het spel in groepjes van vijf kinderen. Lisa: “Kinderen leren zo omgaan met meningen van een ander en zich te verhouden tot een ander.” Uiteindelijk maken kinderen een ‘eilanddocument’, waarop de belangrijkste conclusies worden geschreven. Deze worden door de groepen gepresenteerd aan de klas, waarna er kan worden gestemd op het eiland waar kinderen het liefst zouden willen wonen.
“De kracht van het spel is dat het niet exact de realiteit is, waardoor het ruimte biedt voor creatief en kritisch denken.”
De uitkomsten of eilanddocumenten van dit soort sessies zouden breder moeten worden gedeeld dan alleen binnen de klas. Hiervoor wil Lisa, onder andere met behulp van een crowdfundingactie in samenwerking met de Rabobank, een online platform opzetten waar vragen kunnen worden gesteld en conclusies kunnen worden gepost.
Waarom is het niet zo simpel?
Het spel kan ook worden ingezet voor vraagstukken die specifiek spelen in steden, zoals de toestroom van vluchtelingen en het samenleven met verschillende culturen en tradities op een relatief klein oppervlak. Opvallend is dat de verschillen in uitkomsten tussen scholen vaak klein zijn, of je nu op een dorpse, stadse, vernieuwende of achterstandsschool bent. De grootste verschillen zijn volgens Lisa juist te vinden tussen de groepjes onderling: “De bereidheid om met elkaar mee te denken wordt op de proef gesteld. De samenwerking bepaalt het succes, niet de individuele prestatie.” Bovendien voelen de kinderen nog genoeg vrijheid om hun eigen fantasie de vrije loop te laten, wat tot verrassende inzichten kan leiden.
Er zijn wel degelijk verschillen tussen hoe volwassenen en kinderen naar een probleem kijken. Als het bijvoorbeeld gaat om participatie merkte een leerling van negen op: “Met wat je wel goed kan moet je bijdragen, en wat je niet kan doen hoef je ook niet te doen.” Of als het gaat om diefstal en de zoektocht naar een dader: “Je kan in de tijd dat je de dief van de kokosnoten zoekt toch ook gewoon nieuwe kokosnoten plukken?” Lisa: “Enerzijds zou je kunnen zeggen: zo simpel is het niet, conflictmanagement en solidariteit. Maar aan de andere kant, waarom maken we het niet zo simpel?”
Recentelijk is Lisa een samenwerking aangegaan met Manon van Hoeckel van In Limbo Embassy en fotografe Vera Duivenvoorden. Manon startte het initiatief ‘Vriendjespolitiek‘, dat zich specifiek richt op de huidige vluchtelingenproblematiek. De kinderen spelen de workshopvariant van Terra Nova, waarbij één groep de rol aanneemt van de oorspronkelijke bewoners, en de andere groep die van de nieuwkomers. Deel je je eten met een nieuwe groep mensen? Hoe ga je om met elkaars tradities? Wat kan je van elkaar leren? Naar aanleiding van deze vragen bedenken de kinderen vervolgens slimme oplossingen, zoals een sollicitatiebureau voor vluchtelingen of huisvesting voor oorspronkelijke bewoners en nieuwkomers.
Het is heel waardevol om kinderen te betrekken bij het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken. Lisa: “Juist omdat het gaat om vragen waar volwassenen ook het antwoord niet op hebben.” Met behulp van Terra Nova kunnen volwassenen misschien nog leren van kinderen.
Op 19 juni vindt er een workshop met Terra Nova voor kinderen plaats op FabCity.